Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [5]Ik weet uw werken, en [6]uw arbeid, en [7]uw lijdzaamheid, en dat gij [8]de kwaden niet kunt dragen; en [dat] gij [9]beproefd hebt degenen, die uitgeven, [10]dat zij apostelen zijn, en zij zijn het niet; en hebt ze leugenaars bevonden; 5. Dat is, al uw doen, goed en kwaad, gelijk in het volgende verklaard wordt; en hier spreekt Christus niet van enkel wetenschap alleen, maar van een wetenschap, die met een werkende zorg en voornemen om dat te belonen, of te bestraffen, is vergezeld, gelijk in al de brieven zal verklaard worden. 6. Namelijk in het gestadig leren en vermanen. Zie 1 Thess.5:12; 1 Tim.5:17. 7. Namelijk in het verdragen van vervolgingen, gelijk vs.3 breder verhaald wordt. 8. Dat is, die ergernissen aanrichten in leer of leven. Zo wordt hier dan zijn ijver geprezen in het oefenen van de kerkelijke tucht. 9. Grieks verzocht, of zo beproefd en onderzocht, dat gij hun valsheid hebt aan den dag gebracht. 10. Dat is, die voorgaven dat zij door Christus waren gezonden, gelijk vele valse leraars en valse apostelen in dien tijd reeds in de gemeenten opstonden, Hand.20:29, enz.; 2 Kor.11:13, enz.